we zitten zonder èllentriek, de plon is gesproeng.

Jullie lazen gisteren vrijdag met 126 mijn dagbegroeting, bedankt daarvoor.

zaterdag 28 december 2024, een goeiemorgen met Wilfried

Het leven zoals het is in de dorpscafé, alhoewel zo ‘gewoon’ is die dorpscafé nu ook weer niet.
Een dorp tussen Gistel en Brugge waar men met nieuwjaar de klanten nog een cadeautje geeft, het is tamelijk uitzonderlijk.

Ik loop er binnen om de bestelde cadeautjes af te geven: ruim 100 flesjes Côtes du Rhône.
De Côtes du Rhône is voor volgende week, thuis in de zetel of aan tafel bij de rest van het nieuwjaarsmenu.
Nu worden er pinten gedronken niet uit een glas maar hopla rechtstreeks uit het flesje.

Het is er druk, bekende gezichten, maar ook een groepje werkmannen, ze zijn met 4, het worden er 5, 6, 7 afhankelijk van waar hun werkterrein op de laatste dag van het jaar lag.
Electriciteitswerken…. staat er op hun truien.
De sfeer zit er goed in, ook al omdat de bazin haar ronde doet met een plateautje gerookte zalmblokjes.

Ik bestel me een koffie, daarna een pintje in ’n glas liefst.
Ik geniet mee van de gesprekken van de werkmannen.

Omdat ik nog een en ander op m’n programma heb wil ik vertrekken. Ik vraag ik de bazin de rekening.
’t Is van mij', schuift ze het briefje van vijf naar me toe.
Aandringen helpt niet: ’t is omdat je de wijn hebt gebracht', geeft ze als reden.
De omgekeerde wereld denk ik bij mezelf.

Dit kan ik niet zo laten, ik vraag haar de werkmannen een rondje aan te bieden.
Ze zet de flesjes op de toog tot enige verbazing van de mannen.
'Van wie is dat', vraagt hun patron.
’t Is van de wijnboer', verduidelijkt de bazin.
Het groepje kijkt me verwonderd maar dankbaar aan.

Ik sta op van mijn barkruk en maak aanstalten om te vertrekken.
'Ik kan niet anders dan jullie trakteren, hoe geraak ik hier anders door', lach ik.
'Je zou hier nog lang zitten', merkt er een op.
‘En dat kan ik niet’, ga ik verder, ‘ik moet naar huis, we zitten zonder èllèntriek, de plon is gesproeng'.

De mannen maken de doorgang vrij, tikken santé met hun flesjes, de patron schudt me de hand.
Ze zullen zich de wijnboer nog wel een tijdje herinneren.

Fijne zaterdag – à la vôtre
Wilfried

we zitten zonder èllentriek, de plong is gesproeng.